Wie heeft de macht?

Een vies woord

Macht. In veel trainingen en coachings word ik vies aangekeken als ik het benoem. Alsof ik iets vuils zeg waar mensen liever niet mee geassocieerd willen worden. Toch is werken met teams zónder het over macht te hebben, zoiets als samen muziek maken zonder dat duidelijk is wat het gezamenlijke ritme of de maatsoort is. Waarom willen we het in een team niet graag over macht hebben?

De macht is groot en heftig

Misschien is de macht soms lastig bespreekbaar omdat het groot en heftig is. De macht is op zichzelf geen individuele aangelegenheid. De macht is het vermogen en de richting van het collectief. Alleen kun jij misschien een wiel optillen, maar met vijftien mensen heb je de macht om een auto van de grond te krijgen. Daarmee is de macht altijd groter dan jouw deelname en kan zij intimiderend zijn.

De macht kan worden misbruikt

Het gezamenlijke vermogen moet gekanaliseerd worden, daarvoor is sturing nodig. Anders sta je wel heel lang en luck raeck met zijn allen aan die auto te sjorren en komt hij geen centimeter omhoog. Dat betekent dat individuele personen aan het roer komen te staan van de gezamenlijke kracht. Zoals bekend hebben die posities de kwaliteit om snel naar het hoofd te stijgen. Want het is natuurlijk niet zo dat ik in mijn eentje bij machte ben om de auto op te tillen, maar als ik de leiding heb is het eenvoudig de prestatie aan mij alleen toe te schrijven.

We zijn zelf onderdeel van de macht

Maar misschien is het moeilijkste deel van de macht nog wel dat wij er zelf onderdeel van zijn. Dat er zónder onze individuele deelnames aan het geheel geen macht zou zijn. Dus, hoewel je misschien niet altijd op het hoogste treedje staat van de machtsverdeling, ben je wel altijd onderdeel van de macht zelf. Dat je er mede verantwoordelijk voor bent is wat praten/spreken over macht soms zo lastig maakt. Jij creëert mede het monster – of de grote knuffelbeer. Het is een samenspel. Tussen deelnemers en de macht. Tussen de macht en haar machthebber. Koppel die zaken los.

Niemand illustreert dit naar mijn mening zo goed als Tolstoj in Oorlog en Vrede. Een korte interpretatie.

De Memel

Het is een mooie zomerochtend in 1812 als Napoleon langs de Memel wandelt. Achter hem bevindt zich zijn onvoorstelbare rijk, dat van de Atlantische kust tot aan aan dit schattige riviertje loopt, diep in het Pruisische land. De vrede die hij vijf jaar geleden tekende was noodzakelijk lijfsbehoud. Nu is het al een tijd rustig in zijn rijk en wachten achter hem, in al zijn veroverde landen, honderdduizenden ongeduldige huursoldaten op een opdracht.

Het gras is zo groen aan de overkant

Napoleon tuurt naar de overkant van het riviertje, waar het rijk van zijn aartsrivaal Alexander I ligt. De oevers lijken net zo groen als die aan zijn kant van het water. Hij heeft de handen op zijn rug en vindt een plek waar hij, via een paar keien, moeiteloos de rivier zou kunnen oversteken.

Waarom niet?

Maar hij zou niet zomaar een persoon zijn die een riviertje oversteekt. Zijn actie zou het begin betekenen van een wereldoorlog. Hij schudt met zijn hoofd en loopt door. Hij kijkt naar een vlinder die speels naar de andere zijde fladdert en bijna uitdagend op een rotsblok landt. Waarom zou hij niet een stukje het land aan de overkant in kunnen wandelen?

De eerste stap in het koude water

Plots staat hij stil en tuurt zijn eigen achterland in, alsof hij een geur of gedachte opsnuift. Hij lijkt de mensen te voelen. Zijn mensen. Zijn rijk. Het zwelt aan als een grote stuwende golf. Het lijkt alsof de golf hem een zetje geeft en hem zachtjes maar ferm naar de oever van de rivier begeleidt. Hij merkt hoe hij zijn laarzen uittrekt en langzaam de eerste stap in het koude water zet. In een mum van tijd staat hij aan de overkant. In het net zo malse gras, met dezelfde zomerse wind. De vlinder is teruggevlogen naar zijn kant van de oever. Hij kijkt hem meewarig na. De oorlog is begonnen.

Neem de macht onder de loep

Het voorbeeld van Tolstoj er één vol interpretatie. Het is maar de vraag in hoeverre Napoleon een integere dienaar was van de stuwende kracht. Van zijn mensen. Van zijn rijk. Toch illustreert het mooi het samenspel van de groep als geheel en haar machthebber. Iets om binnen een groep of team nauwkeurig naar te kijken. Want wat is jullie stuwende collectieve kracht? Waar brengt die jullie heen? En loopt die enigszins parallel aan wat jullie hier op papier over hebben gezegd en geregeld?

Uiteindelijk draait het allemaal om de vraag: wie stapt de rivier over en waardoor wordt hij of zij gedreven?